Gerrit van der Hoeven weet het nog precies. Het was zaterdag 13 november 2004, hij deed een introductiecursus schilderen en tekenen bij Mia van Jeveren en ineens viel het kwartje. Wat een voldoening gaf dat schilderen! En vanaf dat moment is de 66-jarige pensionaris er niet meer mee gestopt. Vijf jaar geleden werd de schildergroep Heeren van het Ongebonden Collectief opgericht. Gerrit is één van de vier leden.
Schilders die gezamenlijk optrekken: je ziet het vaak. Terwijl schilderen toch een individuele bezigheid is. Gerrit benoemt enthousiast de voordelen. “Je vindt gemakkelijker atelierruimte, een goede coach en mogelijkheden om te exposeren. En je kunt de ups en downs van het proces van ‘iets maken met verf’ met elkaar delen.” Dat sociale aspect is bij de Heeren van het Ongebonden Collectief erg belangrijk. Onder het genot van een kopje koffie even bijpraten over de eigen levens, de wereld en natuurlijk het schilderproces. Want vier schilders zien meer dan één en er kan allerlei moois ontstaan ook als je een ander eens naar je werk laat kijken.
Hoewel het gevoel van verbondenheid belangrijk is voor deze schildergroep, verschillen de vier heren vooral van elkaar. Dat leidde dan ook tot de naam Heeren van het Ongebonden Collectief. Ze zijn ongebonden, want houden er geen gezamenlijke visie op na en werken niet met gezamenlijke thema’s. Toch noemen ze zichzelf een collectief. “Onze gedrevenheid om te schilderen bindt ons. Bijna toevallig bijeen gekomen, en een prima match.”
Voor drie van de vier heren is dit de eerste keer dat ze meedoen aan de WAK. Alleen Jan Schaart heeft al eens eerder meegedaan. In 2018 stellen de Heeren van het Ongebonden Collectief hun uiteenlopende schilderwerken tentoon bij Prismare. Ze willen graag gezien en gewaardeerd worden in een bredere kring. Gerrit hoopt dat de WAK hen dit gaat opleveren, maar vindt het creatieve proces eigenlijk net zo belangrijk. “Belangrijk is om recht te doen aan je eigen talent en vaardigheid, je eigen kwaliteit te zien groeien, en plezier te beleven aan je inspanning.” En misschien weten hun schilderijen ook nog het leven van het publiek te verrijken.